Een lange duurlooptraining van 30 kilometer ter voorbereiding op een marathon is achterhaald.

In fysiologisch opzicht leidt het zelfs tot overbelasting en blessures, met name bij de groeiende groep amateurlopers die langer dan 3 uur doen over een marathon. Uit recent onderzoek blijkt dat een trainingsschema van maximaal 14 kilometer al ruim voldoende is.

Bij steeds meer mensen staat meedoen aan een marathon op hun ‘bucket list’. Marathons worden drukker bezocht: in 2003 liepen 3537 mensen de marathon, vorig jaar 12.217. Een toename van meer dan 70%.

Het zijn vooral de langzame runners die een risico lopen. Lange duurlooptrainingen van 30 kilometer of meer ter voorbereiding op de marathon veroorzaken onnodig veel blessures.

“Beginners lopen op een reguliere training van 30 kilometer zeker vier uur”, aldus inspanningsdeskundige Stans van der Poel. “Hun hersteltijd duurt veel langer dan bij professionele atleten die hetzelfde traject in anderhalf uur afleggen. Banden pezen en gewrichten van amateur hardlopers hebben zelfs weken tot maanden nodig om te herstellen. Daarom raken ze snel geblesseerd en voelen hun trainingen steeds zwaarder aan.”

Van der Poel verrichtte jarenlang onderzoek naar inspannings(over)belasting bij professionele atleten en amateurs. Op basis van wetenschappelijk onderzoek en jarenlange ervaring ontwikkelde ze een trainingsschema waarmee amateur hardlopers zich met duurlopen van maximaal 14 kilometer verantwoord voorbereiden op een marathon.

“Door specifiek te trainen op marathonhartslag, in plaats van lange duurlopen, neemt het aantal blessures af

Aldus Stans van der Poel. Een prettige bijkomstigheid van het revolutionaire trainingsschema is dat mensen met een overvolle agenda nu ook de kans krijgen om een marathon te lopen.

  Koen de Jong & Stans van der Poel

   Koen de Jong en Stans van der Poel

 

Bestellen

Je kan het boek hier bestellen.